Risicomanagement financieringsfuntie

Om gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s en valutarisico’s te beschermen zijn de volgende activiteiten uitgevoerd:

Renterisico’s
Renterisico’s op korte financieringen zijn beperkt door er voor te zorgen dat de wettelijk voorgeschreven kasgeldlimiet niet is overschreden. Onder kortlopende financieringen vallen alle financieringen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar. De kasgeldlimiet wordt conform de Wet Fido bepaald op basis van een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage van de begrote uitgaven van de gemeente. Voor het jaar 2016 is dat 8,5% van € 369 miljoen. Dit betekent dat de kasgeldlimiet 2016 voor de gemeente Venlo € 31,4 miljoen bedroeg.

Onderstaande tabel geeft de gemiddelde liquiditeitspositie weer over de afgelopen vier kwartalen. De afgelopen vier kwartalen is de kasgeldlimiet niet overschreden.

Bedragen x € 1.000.000

Kasgeldlimiet

1e kwartaal 2016

2e kwartaal 2016

3e kwartaal 2016

4e kwartaal 2016

1 Kasgeldlimiet

31,40

31,40

31,40

31,40

2 Gemiddelde schuld

-

-

-

-

3 Gemiddeld overschot

10,57

25,93

28,30

22,07

Ruimte (+) / overschrijding (-) (1+2+3)

41,97

57,33

59,70

53,47

Renterisico’s op lange financieringen worden beperkt door de wettelijk voorgeschreven renterisiconorm niet te overschrijden. De renterisiconorm heeft als doel het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Dit houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet méér mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal ad € 369 miljoen. De renterisiconorm is niet overschreden.

Bedragen x € 1.000.000

Renterisiconorm en renterisico's vaste schuld

Realisatie 2016

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

1 Renteherziening

0,00

0,00

0,23

0,00

0,21

2 Aflossingen

9,01

8,87

8,90

45,39

12,92

3 Renterisico (1+2)

9,01

8,87

9,13

45,39

13,13

4 Renterisiconorm (20% van het begrotingstotaal)

73,90

77,94

77,93

77,74

78,80

5 Ruimte (+) / overschrijding (-); (4-3)

64,89

69,07

68,80

32,35

65,67

Geconcludeerd kan worden dat de beheersing van het rente risico op zowel de korte als de lange financieringen voldoet aan de wettelijke normen.

Koersrisico’s
Koersrisico’s worden beperkt door uitzettingen uit hoofde van treasury te beperken tot producten met een vastrentende waarde (dus met een vaste vergoeding) of garantieproducten en uitzettingen af te stemmen op de liquiditeitsplanning.

Kredietrisico’s
Kredietrisico’s bestaan uit het risico dat uitgeleend geld niet wordt terug ontvangen. Deze kredietrisico’s kunnen worden onderscheiden in:

  1. uitzettingen van middelen uit hoofde van liquiditeitenbeheer
  2. garanties van geldleningen
  3. verstrekte langlopende geldleningen
  4. debiteuren.
  1. Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van liquiditeitenbeheer zijn de risico’s in sterke mate beperkt door de verankering van het schatkistbankieren in de wet fido. Schatkistbankieren houdt in dat tegoeden verplicht worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Uitgezonderd hierop zijn de middelen onder het drempelbedrag. Dit betreft 0,75% van het begrotingstotaal en is ingesteld om voldoende saldo aan te houden voor het dagelijks betalingsverkeer. Voor de middelen die zijn uitgezonderd van het schatkistbankieren geldt dat uitzettingen uitsluitend plaatsvinden bij instellingen die voldoen aan de zeer strenge ratingeisen zoals gesteld in de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). In 2016 hebben geen uitzettingen plaatsgevonden. Onderstaande tabel geeft het gemiddelde kwartaalsaldo van de liquide middelen ten opzichte van het drempelbedrag weer. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de aangehouden tegoeden het drempelbedrag niet hebben overschreden en dus is voldaan aan de wetgeving.

Bedragen x € 1.000.000

Drempelbedrag SKB

1e kwartaal 2016

2e kwartaal 2016

3e kwartaal 2016

4e kwartaal 2016

Drempelbedrag (0,75% van begroting)

2,77

2,77

2,77

2,77

Gemiddeld saldo buiten 's Rijks schatkist

1,02

1,38

0,60

0,93

Ruimte binnen limiet (+), overschrijding (-)

1,75

1,39

2,17

1,84

  1. De gemeente heeft garanties afgegeven voor geldleningen waar zij direct voor garant staat alsook geldleningen waarvoor de garantstelling via een waarborgfonds plaatsvindt. De beheersing van de kredietrisico’s bij gegarandeerde geldleningen vindt voor het grootste deel van de verstrekte garanties plaats via waarborgfondsen. Dit betreffen:
  • Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)
  • Stichting Waarborgfonds Eigen Woning (WEW) / Nationale Hypotheek Garanties (NHG)
  • Stichting Waarborgfonds Sport (SWS).

Per 31 december 2016 bedraagt de som van de gegarandeerde geldleningen voor de gemeente Venlo € 419 miljoen. Hiervan heeft het grootste deel betrekking op garanties via het WSW en WEW: € 409 miljoen. Daarnaast heeft een bedrag van € 10 miljoen betrekking op directe garantieverstrekkingen. De gegarandeerde lening van Villa Flora is als gevolg van de vervlechting in februari 2017 overgenomen door Campus Vastgoed BV. Hiermee komt het verhoogde risico zoals dat gold voor de gegarandeerde geldlening van Villa Flora te vervallen. Met betrekking tot een gegarandeerde lening aan Omroep Venlo is een risico opgenomen in de paragraaf Risicomanagement en weerstandsvermogen. Het betreft een gegarandeerde lening met een restant van € 90.000.

  1. De wet fido staat gemeenten toe leningen te verstrekken uit hoofde van de publieke taak. Het totaal aan verstrekte geldleningen bedraagt per 31 december 2016 € 52,1 miljoen. Het grootste deel heeft betrekking op een geldlening van € 15 miljoen en een ten bedrage van € 19,4 miljoen aangewende kredietfaciliteit van maximaal € 46 miljoen aan de commanditaire vennootschap Trade Port Noord (CV TPN). Als gevolg van de vervlechting zijn de leningen die zijn verstrekt aan CV TPN in februari 2017 afgelost en is een nieuwe lening aan DCGV verstrekt. Dit betreft een vaste geldlening van € 19,25 miljoen en een flexibele kredietfaciliteit met een maximum van € 6,6 miljoen.

Daarnaast bestaat een groot deel van verstrekte geldleningen uit leningen aan woningcorporaties. Als gevolg van de oprichting van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) komen hier geen nieuwe leningen meer bij. Het restantbedrag van de verstrekte leningen aan de woningcorporaties bedraagt eind 2016 nog € 13,3 miljoen (eind 2015: € 13,9 miljoen).
Het derde deel van de portefeuille bestaat uit een categorie overige verstrekte leningen. De restant hoofdsom van de overige leningen bedraagt € 4,4 miljoen. De lening aan Villa Flora ter hoogte van € 3,1 miljoen is per 1 februari afgelost, als gevolg van de vervlechting. Met betrekking tot een lening aan Omroep Venlo is een risico opgenomen in de paragraaf Risicomanagement en weerstandsvermogen. Het betreft een verstrekte lening van € 70.000.

  1. Debiteurenrisico’s worden in eerste instantie afgedekt via adequaat debiteurenbeheer inclusief aanmanings- en incassotraject. Op vorderingen die moeilijk invorderbaar blijken te zijn vindt, afhankelijk van de invorderingsstatus, een afwaardering plaats via de voorziening dubieuze debiteuren.

Liquiditeitsrisico’s
Het risico dat de gemeente Venlo met betalingsproblemen te kampen krijgt als gevolg van onvoldoende liquide middelen is nagenoeg nihil. De aanvullende uitkering (artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet) in het geval een gemeente niet meer aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen maakt dat de solvabiliteit van gemeenten te boek staat als zeer solide. Kasgeldleningen kunnen daarom te allen tijde aangetrokken worden. Liquiditeitsrisico’s worden verder beperkt door het hanteren van een kortlopende liquiditeitsplanning en een meerjarige liquiditeitsplanning (minimaal 4 jaar).